Guten Tag, buon giorno, bun dé
Zuid-Tirol kent niet minder dan drie officiële talen: Duits, Italiaans en Ladinisch
Het culturele verleden van de noordelijkste provincie van Italië heeft ervoor gezorgd dat de straatnaambordjes hier twee- of zelfs drietalig zijn. Dat er op de menukaart naast Italiaanse pasta Zuid-Tiroolse Schlutzkrapfen staan. Of dat plaatselijke bewoners in verschillende talen praten en het toch over hetzelfde onderwerp hebben. In deze kleine regio leven al generaties lang Duitstaligen, Italiaanstaligen en Ladinisch sprekende mensen naast en met elkaar. In de valleien en dorpen worden in totaal meer dan 40 verschillende varianten van het Duitse Zuid-Beiers gekleurde dialect gesproken. In Bolzano/Bozen, Meran/Merano en in het zuiden van Zuid-Tirol overheerst het Italiaans, maar dat is pas zo sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen Zuid-Tirol van Oostenrijkse in Italiaanse handen overging. De oertaal van Zuid-Tirol is het meer dan 1.000 jaar oude Ladinisch. Deze Reto-Romaanse taal wordt door ongeveer drie procent van de bevolking gesproken, vooral in de valleien Val Badia en Val Gardena.
Alle drie de taalgroepen in Zuid-Tirol hebben hun eigen geschiedenis, die op haar beurt bepalend is geweest voor de unieke Zuid-Tiroolse manier van leven. Ervaar de variatie in talen als je door de hoofdstad van Zuid-Tirol flaneert, een concert met Tiroolse blaasmuziek bijwoont of een wandeling maakt in de valleien van de Dolomieten, waar de mensen je begroeten met "bun dé".