Dolomietenregio Villnöss

Tussen het uiteinde van het Villnösstal en Val Gardena liggen deze bijzondere smalle toppen van  ruw dolomietgesteente. De Villnösser Geislern worden apart gezien van de Aferer Geislern, die aan de andere, noordelijke kant van de vallei liggen.
De hoogste top van de Villnösser Geisler, die in het Ladinisch 'odles' (naalden) worden genoemd, is de 3025 m hoge  Sass Rigais. De opvallende rotsformaties kunnen worden bedwongen via talloze  klimroutes en -parcoursen . Aan de voet van dit idyllische plaatje, dat zo op een ansichtkaart past, kun je wandelingen maken naar alpenweiden en hutten of genieten van het Dolomietenpanorama tussen de boomtoppen in het touwklimparcours van Villnöss.  

Nauwelijks verkeer, geen grote hotels, maar een groep mensen die eensgezind en energiek hun doel nastreven: zorgen voor het Villnösstal met zijn natuurlijke schatten. Met het label Slow Food maken ze hun visie duidelijk. Slow Food werd in 1986 opgericht door de Italiaan Carlo Petrini om lokale producten, gerechten en recepten te behouden en staat nu bekend als een duurzame beweging.

De Dolomietenvallei Villnöss is de eerste Slow Food-reisbestemming in Zuid-Tirol. Hier leven mensen in nauw contact met de natuur. Hutten, restaurants en hotels geven de voorkeur aan lokale producten en lokale producenten worden gepromoot. In het Villnösstal lopen twee Slow Food-projecten om lokaal en ambachtelijk voedsel te beschermen. Deze hebben betrekking op het  Villnösser brillenschaf  en de  grauvieh (grijs rund). 

Lust je een stukje pittige bergkaas? Mals vlees van de grijze Geisler-runderen? Honing met het Zuid-Tiroolse keurmerk? Of koop je liever een knusse deken van Villnöss-natuurwol? In de Dolomietenregio Villnösstal vind je, net als in de rest van Zuid-Tirol, een ruime keuze aan levensmiddelen van hoge kwaliteit  en handgemaakte gebruiksvoorwerpen en kunst.

Veel producten koop je in plaatselijke winkels of rechtstreeks van de boerderij, waar je de lekkernijen kunt proeven en de producenten kunt leren kennen. Je ontdekt dus niet alleen unieke smaken, maar doet  ook interessante kennis op over de teelt en verwerking. Als je geluk hebt, kun je tijdens een wandeling door de stad of het dorp over de schouders van de kunstenaars  meekijken terwijl ze sieraden, houten beelden of manden maken.